Ben je laaggeletterd?

Laaggeletterdheid is een stil, sluipend epidemisch probleem

4/6/20234 min read

Ben je laaggeletterd?

Nee vast niet ,anders zou je niet ingelogd hebben en deze blog helemaal niet gaan lezen. Desondanks is laaggeletterdheid toch een stil, sluipend epidemisch probleem dat veelal aan ons voorbijgaat. In ons land hebben 2,5 miljoen mensen van 16 jaar en ouder moeite met lezen, schrijven en/of rekenen, ofwel 18% van onze bevolking; ongeveer 1 op de 6 mensen dus! Toch kan 80% van deze mensen nog best redelijk goed functioneren op de arbeidsmarkt zonder verdere training. Maar dan alleen omdat ze actief zijn in beroepen waar lage eisen gelden voor taalvaardigheid, zoals in de bouw of in het transport. Vraag is of die sectoren voldoende tegenwicht kunnen bieden in een land dat min of meer gekenschetst wordt als kennis-economie.

Desalniettemin zijn laaggeletterden vaker werkloos dan niet-laaggeletterden, een ernstig maatschappelijk probleem dat een breed scala aan negatieve gevolgen heeft voor individuen en gemeenschappen. Enerzijds komt dat door vergrijzing en migratie en anderzijds doordat steeds meer jongeren met een taalachterstand van school komen; vooral het begrijpend leesvermogen is beduidend minder geworden. Amsterdam bijvoorbeeld heeft procentueel meer inwoners die moeite hebben met lezen en schrijven in vergelijking met de rest van Nederland. Meer dan 16 procent van de Amsterdammers is laaggeletterd. Behalve Utrecht kennen de andere grote steden eenzelfde problematiek, inherent ook aan de samenstelling van een grote-stadsbevolking. De meerderheid van de Amsterdamse bevolking heeft inmiddels een migratieachtergrond en feit is dat een kwart van de migranten instromers van 17/18 jaar het onderwijs verlaat zonder startkwalificatie.

Laaggeletterdheid verwijst naar het onvermogen van een persoon om effectief te lezen, schrijven en begrijpen van geschreven teksten. Het gaat veel verder dan het eenvoudigweg niet kunnen (of willen) lezen van boeken of kranten. Het heeft invloed op de alledaagse taken die we als vanzelfsprekend beschouwen, zoals het invullen van formulieren, het begrijpen van medische instructies of het lezen van aanwijzingen op een verpakkingslabel. Met andere woorden dus meer dan een gebrek aan basisvaardigheden; dat heeft diepgaande gevolgen voor het dagelijks leven. Het moeilijk kunnen functioneren in de maatschappij vanwege laaggeletterdheid wordt gewoonlijk als een individueel probleem gezien, maar zorgt wel voor grote problemen in onze maatschappij. Ze zouden misschien nog wel geholpen kunnen worden als ze eerder worden gedetecteerd. Het is niet dat ze helemaal niet kunnen lezen en schrijven, maar het is niet genoeg om mee te doen in onze samenleving. In schrijnende gevallen zorgt dit ervoor dat mensen worden uitgesloten van de maatschappij. Het hoeft ook geen betoog dat beter leren lezen en schrijven een socialer leven met zich meebrengt, met meer kansen op de arbeidsmarkt en een betere kwaliteit van leven. Daarnaast kan het zorgen dat de vicieuze cirkel wordt doorbroken, een cirkel die zorgt dat steeds meer kinderen opgroeien in armoede. Het is logisch dat ouders die zelf moeite hebben met lezen hun kinderen vrijwel niet kunnen helpen. Door gebrek aan financiële middelen kan externe hulp niet worden ingekocht en uiteindelijk leidt dat tot toch kansenongelijkheid. Dus, achterstand op school, met als gevolg vaker vroegtijdig uitvallen op school. Zo ontstaat dan de vicieuze cirkel waarin laaggelet-terdheid leidt tot armoede en armoede weer leidt tot laaggeletterdheid.

Als samenleving kost laaggeletterdheid ons allemaal ook veel geld, 1,1 miljard euro, becijferde de Algemene Rekenkamer. Dus: gemiste inkomstenbelasting, meer uitkeringen, een lagere productiviteit en hogere ziektekosten. Laaggeletterden hebben vaker fysieke- en mentale gezondheidsproblemen, al met al grote kostenposten voor onze samenleving. Ook de verhouding van laaggeletterdheid bij migranten in Nederland is een belangrijk en complex aspect van dit probleem. Laaggeletterdheid is namelijk niet gelijk verdeeld over de bevolking en migranten lopen vaak een verhoogd risico. Zoals door verschillen in taalniveau, een van de belangrijkste factoren die bijdragen aan laaggeletterdheid. Migranten die naar Nederland komen, kunnen de Nederlandse taal niet altijd op het gewenste niveau beheersen. Dit kan hen belemmeren in hun vermogen om teksten te lezen en begrijpen, wat kan leiden tot laaggelet-terdheid. Hun culturele en educatieve achtergrond kan zo variëren dat het van invloed kan zijn op hun geletterdheidsniveau. Als ze uit landen komen met een zwak onderwijssysteem lopen ze mogelijk een groter risico op laaggeletterdheid. Soms zijn migranten zelfs analfabeet in hun moedertaal, wat de uitdagingen van laaggeletterdheid vergroot. Laaggeletterdheid onder migranten beperkt hun participatie in de Nederlandse samenleving in hoge mate, met alle gevolgen van dien voor hun werkgelegenheidskansen, hun vermogen om toegang te krijgen tot gezondheidszorg en hun betrokkenheid bij de samenleving. Het verminderen van laag-geletterdheid onder migranten is van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat zij volledig kunnen deelnemen aan de samenleving en hun kansen kunnen maximaliseren.

Om een complex probleem zoals laaggeletterdheid aan te pakken moet dat op meerdere verschillende manieren gebeuren. Zoals, door alfabetiseringsprogramma's voor volwassenen die hen kunnen helpen hun lees- en schrijfvaardigheden te verbeteren. Verder ook door onderwijs voor kinderen en gezinnen, bijvoorbeeld vroeg-kinderonderwijs en gezinsprogram-ma's. Maar last but not least het doorbreken van de cyclus van laaggeletterdheid door bewustwording. Vergroot je de bewustwording over laaggeletterdheid dan kan dit het stigma verminderen en zo mensen aanmoedigen. Digitale geletterdheid, een ander heikel item, verwijst naar de vaardigheden en kennis die nodig zijn om effectief te kunnen opereren in een steeds meer gedigitaliseerde samenleving. Het omvat een breed scala aan competenties en begrip met betrekking tot technologie, informatie en communicatie.

De meeste Europese landen kennen inmiddels wel het probleem van digitale geletterdheid onder een groot deel van de bevolking. De kennis van basiscomputergebruik, ofwel het begrijpen van computer hardware, besturingssystemen, softwaretoepassingen en basis-computeronderhoud. Maar dat niet alleen, gebrek aan informatievaardigheden, zoals het vermogen om informatie te vinden, te evalueren, te organiseren en effectief te gebruiken, vooral op het internet. Daarnaast ook gebrek aan mediawijsheid: het begrijpen van de media, met inbegrip van traditionele media (zoals televisie, kranten en tijdschriften) en digitale media (zoals sociale media en online nieuwsbronnen), evenals het vermogen om informatie kritisch te analyseren en te beoordelen. En Nederland is dan nog wel koploper in digitale geletterdheid! Van de Europese landen met het grootste aandeel inwoners dat vaardig is in internet-, computer- en softwaregebruik, scoren we 80 procent van de 16- tot 75-jarige Nederlanders tegen 54 procent gemiddeld in de Europese Unie. De Noord Europese landen scoren daarbij heel goed t.o.v. de Oost-Europese en zuidelijke landen (Roemenië met 29% als hekkensluiter).

Digitale geletterdheid is van groot belang in de moderne wereld, omdat digitale technologieën een integraal onderdeel zijn geworden van ons dagelijks leven en van veel (kennis)beroepen. Het is belangrijk om deze vaardigheden te ontwikkelen en te blijven bijwerken om te kunnen profiteren van de voordelen van de digitale wereld en om met vertrouwen en veiligheid te kunnen deelnemen aan online activiteiten. Digitale geletterdheid is als nooit tevoren relevant voor individuen van alle leeftijden en achtergronden.