De vrijheid om je mening te geven

Vrijheid van meningsuiting is de steunpilaar van een open samenleving

4/19/20234 min read

De vrijheid om je mening te geven

De vrijheid van meningsuiting (of vrijheid van expressie) is een grote en belangrijke verworven-heid, al in wording gezet tussen 500-300 v.C. (Atheense democratie) en het Romeinse Rijk van de laatste eeuw v.C.; Marcus Tullius Cicero was daarin het rolmodel. Vanaf de Renaissance spraken schrijvers, filosofen en juristen zich ook uit voor de vrije meningsuiting: onder hen onder meer ‘onze’ Desiderius Erasmus.

Je hebt de burgerlijke vrijheid van een demo-cratie om je overtuigingen in het openbaar uit te spreken. Jouw mening zal niet door de Staat bestraft worden en van andere burgers hoef je geen wraak- of vergeldingsacties te dulden. Die vrijheid is belangrijk, waardoor we de mogelijk-heid hebben om naar eigen wil te handelen en groepen individuen deel kunnen nemen aan het maatschappelijke, economische en politieke verkeer. Artikel 7 van onze (heilige) Nederlandse Grondwet garandeert ons vrijheid van drukpers, het recht om te openbaren en het recht om te verspreiden, zelfs heb je voorafgaand geen verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren. Bang voor censuur of verminking van je geschreven teksten hoef je in principe dus niet te hebben. Vrijheid van meningsuiting is echter niet absoluut, een mening die sterk beledigend of discriminerend is, of neerkomt op smaad, kan onder bepaalde omstandigheden strafbaar zijn of privaat-rechtelijk een onrechtmatige daad. Omdat vrijheid van meningsuiting zo integraal onderdeel van een democratie is, staat dat ook expliciet vermeld in de Universele verklaring van de rechten van de mens en in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

In onze moderne tijd heeft deze fundamentele pijler met nieuwe uitdagingen en discussies te maken, en blijken er grenzen die mogelijk moeten worden gesteld om het evenwicht te bewaren tussen jouw verantwoordelijkheid, jouw vrijheid en die van je medeburgers. Als jouw vrijheid mijn vrijheid ernstig beperkt, dan levert dat grote problemen op. Toch zijn er redenen dat aan ons vitale recht grenzen moeten worden gesteld om de veiligheid en het welzijn van ons als individuen en de samenleving als geheel te waarborgen: haatzaaiende taal, uitingen die aanzetten tot haat, geweld, discriminatie of intolerantie tegen bepaalde groepen mensen op basis van ras, religie, geslacht, of andere kenmerken; ze kunnen schadelijk zijn en moeten worden aangepakt. Eveneens laster en smaad en de verspreiding van valse berichten om de reputatie van anderen te schaden.

Interpretatie van vrijheid is een andere zaak, de redenering 'Ik ben vrij en daarom doe ik wat ik wil', is lastig om te analyseren. Als je wil slechts gestuurd zou worden door begeerte, en deze weer door DNA, opvoeding en cultuur, dan gaat de stelling niet op. Toch is het kenmerk van de wil dat hij emoties en begeerten kan kanaliseren en domineren. In de filosofie wordt in het algemeen aangenomen dat alleen een intelligent persoon met een bewustzijn van zichzelf, iets kan willen, in tegensteling met dieren die alleen door instinct te worden geleid. Sommige denkers denken dat we een vrij vermogen hebben tot kanaliseren, andere daarentegen weer dat de wil dat niet kan en slechts kan ‘meedobberen’ op de stroom der impulsen.

Een uitspraak van vierde-eeuwse kerkvader Augustinus luidt: Heb lief en doe wat je wilt, met als interpretatie dat ware liefde altijd zelfgave is en het goede voor de ander wil. En dan kan iemand doen wat hij wil, omdat het altijd op het goede gericht is. Rudolf Steiner promoveerde op zijn werk Filosofie der vrijheid, waarin hij aantoont dat de vrijheid van de mens alleen daarin bestaat dat hij zijn innerlijke geestelijke houding zelf kan bepalen. Marxist en filosoof Friedrich Engels haalt Hegel erbij, die stelt dat 'vrijheid het inzicht in de noodzakelijkheid is'. Deze relatie tussen vrijheid en noodzakelijkheid was voor zowel Hegel als Engels cruciaal onderdeel van hun wereldbeeld en is ontleend aan de filosofie van Immanuel Kant. Het wil zoveel zeggen als: als een grens niet bestaat kan je niet weten of je die grens over-gaat. Dus is de grens een noodzake-lijkheid om de vrijheid te verkrijgen de grens te kunnen oversteken. Hier wordt dus vrijheid tegenover chaos geplaatst.

Michail Bakoenin, een Russische atheïstische en anarchistische denker, vindt dat menselijke vrijheid betekent dat niemand gedwongen wordt om iemand anders te gehoorzamen, zodat iedereen kan handelen volgens zijn gedetermi-neerde wil. Volgens Bakoenin kan een mens alleen vrij zijn als alle mensen om hem heen vrij zijn. Niet voor niets ging de vrijlating van een slaaf in het Romeinse Rijk vergezeld van een ritueel in de tempel van de godin Feronia, de beschermster van de bevrijde slaven, in haar heiligdom bij Terracina of Anxur. 'Laat wie het verdient gaan zitten als slaaf en opstaan als vrij man, vervolgens kregen de voormalige slaven de pilleus, de phrygische muts van de vrijheid, op het gescho-ren hoofd. Bevrijde slaven offerden aan haar en bevrijde vrouwen (libertiinae) moesten naar draagkracht offeren aan Feronia. Vrije vrouwen (matronae)moesten offeren aan Juno Regina, als associatie met vruchtbaarheid werd het eerste fruit van het seizoen geofferd.

De vrije meningsuiting heeft al eeuwenlang een cruciale rol gespeeld, maar in de afgelopen jaren is er wereldwijd een toenemend bewustzijn ontstaan rondom sociale kwesties en maatschap-pelijke ongelijkheid (woke). Deze twee waarden lijken soms met elkaar in conflict te komen. Deze bewustwording heeft zeker positieve gevolgen gehad, zoals een grotere betrokkenheid bij sociale kwesties en een versterkt gevoel van empathie en solidariteit met ondervertegen-woordigde groepen. Echter, dit bewustzijn heeft ook geleid tot een strikte benadering waarin andersdenkenden vaak als onwetend of zelfs kwaadaardig worden bestempeld. Het is zo uit de hand gelopen dat op de werkvloer en in de collegezalen andere meningen dan die van ‘de smaakmakers’ niet worden getolereerd, waardoor dan zelfs tot cancelling wordt overgegaan. "Cancel culture," verwijst naar een sociale fenomeen waarbij individuen of publieke figuren worden geboycot of afgewezen vanwege controver-siële uitspraken, gedragingen, of opvattingen. Het manifesteert zich in de vorm van publieke veroordeling, sociale mediashaming, het verlies van banen of professionele kansen, en zelfs reputatieschade.

Maar de wet beschermt de vrije meningsuiting en ook meningen die controversieel of zelfs beledigend zijn. Die grenzen worden bepaald door wetten die oproepen tot geweld, laster of doelbewuste misleiding bestraffen. Het is van cruciaal belang om een evenwicht te vinden tussen het streven naar sociale rechtvaardigheid (woke) en het beschermen van vrije mening-suiting. Is het mogelijk om beide waarden te ondersteunen zonder dat ze met elkaar in conflict komen? Respect voor elkaars standpunten, zelfs als ze verschillen, is van groot belang. Mensen kunnen het best oneens zijn zonder vijandigheid en respectvolle discussies bieden ruimte voor groei en verandering. Het debat rond vrije meningsuiting en cancelling komt voort uit de botsing van deze twee concepten. Aan de ene kant zijn er mensen die van mening zijn dat vrije meningsuiting absoluut moet zijn en dat mensen moeten worden beschermd tegen de repercus-sies van hun meningen, hoe onpopulair of beledigend die ook kunnen zijn. Ze betogen dat cancelling de diversiteit van meningen en het open debat onderdrukt, omdat mensen bang worden om hun ideeën te uiten uit angst voor negatieve consequenties.