"IK", ego en "Het Zelf
Het voortdurend veranderende IK en Het Zelf en het begrip ego in de latijnse vertaling van Ik
4/24/20234 min read
“IK”, ego en "Het Zelf"
De menselijke geest is de bron is van het woord 'ik' ('ego' in het Latijn); we gebruiken dit woord om onszélf aan te duiden. Freud en Jung maakten er zelfs een zelfstandig naamwoord van in de vorm van 'het ik' en in de zelfde lijn 'het ego'. Waardoor werd overgegaan op een afstandelijke wijze over onszelf te spreken; het 'ik' wordt dan een zelfstandigheid. Alleen, door dit te doen benoemen we 'het ik' als een zelfstandigheid die buiten onze persoon bestaat óf die als een denkbeeld moet worden beschouwd dat in de binnenwereld van ons als persoon aanwezig is! Ook wordt wel gesproken over een 'mijn ik' waarbij het bezittelijke voornaam-woord 'mijn' een bezit aanduidt, terwijl een bezit iets is wat de bezitter ervan bezit en daardoor los staat van de bezitter. Wat onlogisch dus, maar het gevolg daarvan is dat er dan ook een 'het jij', een 'het hij', een 'het zij' enzovoort moet bestaan; dit gaat toch wel wat te ver..
Wij gebruiken IK en ego wel wat door elkaar, in de Angelsaksische literatuur wordt er bijvoorbeeld alleen over 'the ego' gesproken en niet over 'the I'. Na Carl Jung werd in de loop der tijden het woord 'ego' als een verzamelnaam gebruikt voor alles wat zelfgericht is in de menselijke persoon-lijkheid, zoals: hebzucht, bemoeizucht, regel-zucht, eerzucht, zelfverzekerdheid, eigendunk en heerszucht, enzovoort. Hiermee werden onaange-name trekken op één hoop gegooid en niet meer apart benoemd; louter verbloemend taalgebruik. Daarmee verdoezel je negatieve woorden als heerszucht of machtswellust met een afstan-delijke term: "Mijn grote ego"; een vorm van zelf-bedrog.
Ego" en "Het Zelf" zijn concepten die vaak voorkomen in de filosofie, de psychologie en de spiritualiteit. Hoewel de betekenissen van deze termen enigszins afhankelijk kunnen zijn van de context waarin ze worden gebruikt, zal ik hier een algemene uitleg proberen te geven. In de psycho-logie verwijst het "ego" naar het deel van de menselijke psyche dat verantwoordelijk is voor het bewuste denken en het bemiddelen tussen de impulsen van het onbewuste (zoals driften en verlangens) en de eisen van de externe realiteit. Sigmund Freud introduceerde het concept van het ego als een van de drie delen van de men-selijke geest, samen met het "ik" en het "superego" (https://weten.site/id-ego-en-superego-van-sigmund-freud/). Het ego speelt een cruciale rol bij het vormen van iemands persoonlijkheid en het beïnvloeden van gedrag. Het helpt mensen om realistische beslissingen te nemen en zich aan te passen aan sociale normen en verwach-tingen. Aan de andere kant kan een overontwikkeld ego leiden tot egocentrisme, narcisme en een gebrek aan empathie voor ande-ren. In de psychologie kan "Het Zelf" verwijzen naar het geheel van iemands identiteit, waar-onder overtuigingen, waarden, herinneringen, emoties en persoonlijkheidskenmerken. Het is het diepere begrip van wie iemand werkelijk is, los van externe invloeden en sociale rollen. Binnen spirituele en filosofische contexten wordt "Het Zelf" vaak beschouwd als het goddelijke, universele of transcendente aspect binnenin elk individu. Het is het eeuwige, tijdloze bewustzijn dat verbonden is met het geheel van het universum
In sommige spirituele praktijken, zoals meditatie en zelfonderzoek, trachten mensen het ego te transcen-deren en een dieper bewustzijn van het Zelf te bereiken. Het idee is dat men door het identificeren en loslaten van het ego, zich kan verbinden met een dieper niveau van bewustzijn en een gevoel van eenheid en verbondenheid kan ervaren. Het begrijpen van deze concepten en hun relatie tot elkaar kan helpen bij persoonlijke groei, zelfinzicht en bewustwording. Het brengt ook een bewustzijn van de dynamiek tussen het individuele zelf en het grotere geheel van het universum.
De 16e-eeuwse Franse filosoof Michel Montaigne bestudeerde de mensheid door te kijken naar zichzelf in zijn dagelijkse beslommeringen, ze te bestuderen en te becommentariëren, waarbij hij allerlei morele en filosofische vraagstukken koppelde aan een psychologie van zichzelf; zijn Essais zijn een persoonlijke betoog met diepgang die wereldberoemd en veel gelezen zijn. Hij weet dat hij in de eerste plaats een lichaam is met een veelheid van triviale lichaamsuitingen. Zijn lichaam, zo weet hij, plaatst hem in een veelheid van situaties en rollen en daarom vraagt hij zich ook af: ofwel ben ik zelf een ander geworden, ofwel zie ik de dingen in een ander licht.
George Maid, een Amerikaans socioloog en filo-soof, wist het vrijwel zeker: hetzelf is veranderlijk en “ik” bestaat niet van binnen, hooguit als een aantal posts op Instagram. Als een bevroren gedaante wordt hetzelf gefilterd in de rol die je aanneemt op dat moment. Nu schrijf je een post, straks rij je in je auto en morgen bezoek je een restaurant; een veelheid van rollen. Nee, zij Kathleen Wallace, een hedendaagse filosofe (1948), hetzelf is niet een opvolging van opeen-volgende en verschillende ‘zelven’, maar een lawine. Ze vergelijkt het dus met een lawine, waarbij een rollend steentje op een helling kan cumuleren tot een lawine. Evenzo is de optelsom van biologische, psychologische, culturele en sociale processen, onderling met elkaar verbon-den en verspreid over tijd en plaats, verantwoor-delijk voor de lawine van hetzelf. Nu is het wel zo dat als er 4 filosofen bij elkaar zitten er 6 menin-gen uitrollen, maat het bewijst maar weer dat het een moeilijk en ongrijpbare materie is. Je kunt in ieder geval ‘het proces’ nooit in zijn geheel ervaren, wel ervaar je steeds fragmenten van je “zelf”.
Het begrip “IK” is complex en intrigerend van aard, terwijl het onderwerp de kern vormt van ons menselijk bestaan. Het verwijst naar zelfbewust-zijn, het vermogen om te beseffen dat we bestaan, een eigen identiteit hebben en bewust kunnen nadenken over onze gedachten, gevoe-lens en handelingen. In een filosofische zoektocht naar het "IK" moeten we duizenden jaren terug en daar zijn talloze debatten en theorieën uit voort-gekomen. Een van de kernvragen in de filosofie van het zelfbewustzijn is het verband tussen het lichaam en de geest. Dualistische denkers, zoals René Descartes, geloofden dat het "IK" een onstoffelijke ziel was die het lichaam bestuurde. Anderen, zoals de filosoof Gilbert Ryle (‘The Concept of Mind’;1949), verwierpen dit idee en stelden dat het "IK" simpelweg een product is van de interacties van ons brein en ons lichaam. Recentere filosofische stromingen, zoals het fenomenologische perspectief, benadrukken het belang van subjectieve ervaringen bij het begrijpen van het "IK". Volgens fenomenologen bestaat het "IK" als een bewustzijnsstroom die voortdurend verandert en wordt gevormd door onze ervaringen in de wereld.
Neurowetenschappers hebben belangrijke ontdekkingen gedaan met betrekking tot de neurale basis van zelfbewustzijn. Onderzoek heeft aangetoond dat het "IK" verband houdt met specifieke hersengebieden, zoals de prefrontale cortex, die betrokken is bij besluitvorming en zelfreflectie. Ook hebben studies met behulp van functionele magnetische resonantiebeeldvorming (fMRI) aangetoond dat de hersenen een onderscheid maken tussen het zelf en anderen bij het verwerken van sociale informatie. Een opvallende bevinding is het concept van het "default mode network" (DMN), een netwerk van hersengebieden dat actief is als we niet gefocust zijn op een externe taak. Het DMN lijkt betrokken te zijn bij zelfgerichte gedachten, introspectie en zelfreflectie, wat essentieel is voor het bewustzijn van het "IK"..