Je familie

Blogberichtomschrijving

4/29/20235 min read

Je familie

Je ongekozen familie voelt misschien aan als een warm bad, een ander ervaart daarin mogelijk een bron van verdriet. Je enige zekerheid is dat je niet ontkomt aan de invloed van je familie. Wel moeten we er niet meer vanuit gaan dat een familie (gezin) altijd bestaat uit een vader en moeder met hun kinderen (nucleair family of kerngezin); dat is voorbij.

In de traditie van de laatste 2 eeuwen mondde een liefdesrelatie doorgaans uit in een huwelijk, vaak pas voltrokken tijdens de zwangerschap (‘moetje’ in de volksmond; safe anticonceptie bestond nog niet). Je voorouders in de eeuwen daarvoor beleefden dat het huwelijk een affec-tieve woon, leer en werkgemeenschap was. Na de middeleeuwen eisten culturele groeperingen (zoals de kerk) een zekere controle over het huwelijk, zelfs op de bevolking en de bevolkings-groei en bestonden er regels over wanneer het wenselijk was om kinderen te krijgen en ook hoeveel; regulering van seksueel gedrag hielp verder bij het verminderen van seksuele concur-rentie en de negatieve effecten daarvan.

Bij het vormen van een gezin speelden in het verleden religieuze meningen steeds een significante rol en was het geloof dé belangrijkste meningsvorming over vrouwelijke seksualiteit. In de West-Europese premoderniteit probeerde de religieuze maatschappij de vrouwelijke seksua-liteit steeds weer te reguleren en in te perken. Dat begon bij de middeleeuwse landeigenaar die alleen oog had voor zijn particuliere eigendom en de continuïteit daarvan moest waarborgen, waardoor seksualiteit degradeerde tot een zakelijkheid; een veiligstelling van het erfgoed door het produceren van een mannelijke erfgenaam. Hoge kindersterfte dwong vrouwen regelmatig zwanger te worden om tenminste voor lange tijd één levensvatbare mannelijke erfge-naam te garanderen, die bovendien legitiem moest zijn vanwege geschillen over erfop-volging. Om niet ongewild een zwangere vrouw te trouwen moest de bruid dus persé maagd zijn; een eis die nog lang zou blijven nadreunen in de samenleving. De zakelijkheid van zo’n huwelijk openbaarde zich ook in het sluiten van private constructies die ook gemakkelijk weer konden worden ontbonden als de vrouw onvruchtbaar bleek of ontrouw vertoonde; dit is onze erfenis die lange tijd bleef hangen. Erotiek en seksuele verenigbaarheid speelden hierin dus nauwelijks een rol.

In de dertiende eeuw, de Kerk en het Pausdom stonden op het hoogtepunt van hun macht, was de kerk een gecentraliseerd politiek instituut. De kerkelijke (Heilige)huwelijksarrangementen gaven verschillende definities aan het huwelijk en eisten levenslange huwelijksverbintenissen. Zo werd de seksualiteit van vrouwen geregeld en dat heeft zo onze samenleving gevormd. Inclusief de mythe van de 'happy family' (nuclear family) als de énig juiste gezinsstructuur: de hoeksteen van de samenleving. De huidige transitie bewijst dat het ook anders en humaner kan; zonder emancipatie van de vrouw was de samenleving lang niet zover.

Na de culturele revolutie van midden twintigste eeuw is een modern Westerse familie vrij complex geworden en fundamenteel sterk veranderd. Met meer acceptatie voor ongehuwd samenwonen, echtscheiding, eenoudergezinnen, partnerschap-pen van hetzelfde geslacht, polyamorische verbintenissen en complexe, uitgebreide familie-relaties. Zoals ook de nieuwe samengestelde gezinsvorm (blended family), ontstaan na een eerdere (echt)scheiding (inclusief overlijden van een partner), waarna met een andere partner een nieuwe relatie werd aangegaan.

De socioloog Stephanie Coontz argumenteert in haar boek “Marriage, A History” dat huwelijken na de twintigste eeuw steeds instabieler zijn gewor-den. De transitie vervaagde de arbeidsverdeling in het gebruikelijke kostwinner-huisvrouwmodel, waardoor het onderhoud van het huis en de zorg voor de kinderen (de ‘tweede verschuiving”) steeds onderwerp werd voor een voortdurend debat tussen de huwelijkspartners. Ondanks veranderingen in de perceptie van het doel van het huwelijk en de veranderde economische fundamenten van het huwelijk, nemen vrouwen nog steeds de grootste zorgtaak op zich.

Het zal je vast niet zijn ontgaan, het begrip gender (gedrags- en identiteitsaspecten van sekse, ter onderscheiding van lichamelijke en biologische aspecten, is binnen een huwelijk een steeds meer belangrijk gebied geworden. Gender-verschillen binnen een relatie werden te vaak als een individuele strijd en depolitisering gezien en sociale ongelijkheden dan verkleind tot verschil-len. Er zijn veel theoretisch-sociologische modellen om te beschrijven hoe mensen bepalen met wie ze trouwen. Een gendergerichte aanpak is het intersectioneel (kruispuntgericht) denken, dat onderwijsniveau en gender combineert.

Het is een riskant item, maar bepaal je zelf met wie je een relatie aangaat, al dan niet vast, duur-zaam of variabel? Vanaf de eerste aartsvaders deed de pater familias dat meestal voor je. Het antwoord op de vraag is dus niet makkelijk en moet luiden: misschien ‘in beperkte mate’. Anders dan bij een date, opereren mannen en vrouwen in een soort huwelijksmarkt (Mariagemarket) die wordt beïnvloed door vele concurrerende facto-ren. Eén van de meest beslissende factoren is het onderwijsniveau: we hebben de neiging om te trouwen met partners van een vergelijkbaar onderwijsniveau. Toch hangen huwelijken deels ook af van de verwachtingen die twee mensen hebben gevormd op basis van bepaalde verwachtingen die worden gevormd én beëindigd. Een belangrijke intersectionele factor waarin geslacht en huwelijk meespeelt, is de economische achtergrond van de partners. Deze beïnvloeden direct en indirect wié trouwt en met wie, wiens ‘persoonlijke waarde’ langdurig waardevast kan blijven of zelfs rendeert. Individuele omstandigheden zorgen er ook voor dat mensen bij het aangaan van een huwelijk of partnerschap beslissingen nemen die specifiek zijn voor hun persoonlijke situatie, dat wil bijvoorbeeld zeggen dat een vast inkomen en een dito baan de basis vormen voor een gezond huwelijk. Anders dan bij een date, waarbij je oerbrein dicteert dat jouw date juist dé goede kans is om ons soort in stand te houden, of juist niet, is het aangaan van een vaste verbintenis meer het werk van onze cortex zodat er toch meer zakelijkheid bij komt kijken.

Bevoorrechte mannen en vrouwen maken graag gebruik van hun ‘klasse privilege’, die flexibiliteit biedt in hun conventionele genderrollen. In tegenstelling tot mannen en vrouwen die dat niet hebben en zodoende geen controle over hun tijd hebben. Zij worden onder druk gezet om de conventionele genderverwachtingen ten aanzien van huwelijk, gezin en werkgelegenheid te verzwakken. Een studie naar sociale klasse en geslacht onder vier groepen werknemers in de professionele zorg ging over twee klassebevoor-rechte groepen (verpleegkundigen en artsen); de verpleegkundigen waren bijna uitsluitend vrouwen en de artsen waren bijna uitsluitend mannen. Zij konden hun werkuren redelijkerwijs zelf regelen en functioneerden onder een begripsvol en gezinsvriendelijk regime. De twee klasseachtergestelde groepen waren vrouwelijke verpleegkundeassistenten en mannelijk ambu-lancepersoneel. Zij hadden minder keuzes m.b.t. tot hun werkuren, flexibiliteit en tijdcontrole. Vooral vrouwen bleken behoefte te hebben aan flexibele werktijden om tegemoet te komen aan de onbuigzame eisen die huwelijk en gezin stellen, aangezien de traditionele gender-verwachtingen nu eenmaal bepalen dat de vrouw de primaire verzorger is binnen een relatie. De resultaten van deze studie toonden aan dat het snijpunt van klasse en geslacht van invloed is op het vermogen van mannen en vrouwen flexibel te zijn binnen hun relatie en hun beschikbare tijd optimaal te verdelen tussen werk en thuis. In ons land is in de medische sector al geruime tijd een verschuiving te zien, waarbij de vaste baan wordt ingeruild voor dat van zelfstandige. Op die manier ontstaat vrijheid om zelf de werktijden te regelen. In essentie gebruiken zowel mannen als vrouwen van klassebevoorrechte beroepen de flexibiliteit die hun status hen biedt om neotraditionele genderverwachtingen te verwoorden, zodat ze evenwichtig hun verhouding tussen werk en thuis kunnen verdelen.

Nee, je familie kies je niet zelf en een van de meest complexe vraagstukken in een samen-leving is hoe we om moeten gaan met mensen die steeds jouw grenzen over gaan als het de familie betreft. In een familieband zit je meestal jaren met elkaar in eenzelfde patroon vast, en als het goed is houdt de familie toch onvoorwaardelijk van al haar leden en is de waarde van je familie in het leven groot. Het gemis ervan brengt leegheid met zich mee, hoewel sommigen vrienden boven familie verkiezen. Maar ze zijn zich niet bewust van het feit dat familie wel vrienden kan vervan-gen, maar dat vrienden geen familie kunnen vervangen. Het gezin geeft haar leden liefde, versterkt het onderling vertrouwen en is een leerplaats voor de moraal en de principes van de samenleving: feitelijk, hoe we moeten overleven in een toxische buitenwereld. Veiligheid is essentieel om te overleven, zowel fysiek als psychisch.