Je relatie

Elke relatie biedt de keuze van monogaam of polygaam, met een onderliggende mogelijkheid van homogeen of heterogeen.

4/29/20238 min read

Je relatie

Je hebt vast nooit les gehad over het hebben van een goede relatie; met andere woorden mensen ‘doen maar wat’. Het kan misschien heel goed werken, maar evenzo ook voor geen meter. In relaties hebben we te maken met mentale én fysieke factoren: in liefdesrelaties met zowel een emotionele factor (verliefd worden) als een technische factor (de hormonale aansturing). Technisch een louter chemisch proces waarop we nauwelijks invloed hebben.

Volstrekt ontmythologiserend is het, maar wat in ons lichaam plaatsvindt als we verliefd worden is niet anders dan dat er hormonen en neuro-transmitters in de hersenen worden aangemaakt die ons een gelukzalig gevoel geven; ons ‘getroost’ lichaam wil daarna meestal niets anders dan deze toestand behouden; een soort ‘verslaving’. Ons limbisch systeem regelt emoties en affectiviteit waardoor we o.a. gevoelens van liefde en genegenheid kunnen ontwikkelen, alsook de bijbehorende plezierige dingen als knuffelen, strelen en seks. Daarbij onthoudt het systeem deze plezierige dingen zodat we ze ook graag willen herhalen. Het nadeel van emotionele sturing is wel dat logica en realiteit naar de achter-grond verhuizen; de zogenaamde 'roze bril' toestand. Prille liefdes zien alleen de ander en laten zich nooit raden door hun omgeving.

Een liefdesrelatie migreert in de regel naar een hechte manier van samenleven waarin later ook ruimte is voor kinderen. Een gezin kunnen we op twee fundamentele manieren vormgeven: monogaam of polygaam; een echte keuze is het niet. De monogame vorm kan zowel heterogeen als homogeen zijn, je relatie polygaam vormgeven kan op meerdere manieren. Heterogene monogamie is in Nederland nog de dominante samenlevingsnorm, los van het feit of dat nu mythisch of realistisch is. Eeuwenlang bestond onze christelijke huwelijkswijze uit een monogame verbintenis tussen een man en een vrouw waarin zij tot de dood lief en leed samen delen; middeleeuws, maar beslist niet Bijbels. Deze erfenis is duidelijk niet meer toonaangevend. want op den duur zal voor de onlosmakelijke verbondenheid van monogamie met heteronormativiteit minder plaats zijn; de huidige manier van samenleven sorteert daarin al enkele jaren voor.

Heteronormaliteit of heterocentrisme is het idee, de overtuiging of aanname dat heteroseksualiteit de standaard en/of de natuurlijke toestand van de mens is. Volgens die norm zijn er twee complementaire en tegenover elkaar staande geslachten met eigen sociale rollen. Binnen die rollen bezitten enkel mannen mannelijkheid en vrouwen vrouwelijkheid. Seksuele geaardheid maakt deel uit van die rol. De verwachting dat vrouwen op mannen vallen en mannen seksueel worden aangetrokken tot vrouwen, is heteronormatief. Andere geaardheden worden in deze context gezien als afwijkend. En verdere ontwikkelingen in wetgeving, scholing en arbeidsdeelname hebben ertoe geleid dat de economische discrepantie in verbintenissen intussen vrijwel is geslecht en ook vrouwen doorgaans meer economisch onafhankelijk geworden zijn. Wel is in de loop van de tijd is onze samenleving duidelijk individualistischer geworden en hebben bepaalde ontwikkelingen er toe geleid dat individua-listische elementen binnen een relatie konden insluipen, zoals o.a. ‘het bij elkaar willen passen als stel’. Met als onderliggende gedachte dat een koppel bestaat uit twee verschillende individuen die al dan niet samen kunnen gaan. Na de seksuele revolutie van de vorige eeuw zijn ook de normen rondom seksualiteit en relaties veel losser geworden. Een der gevolgen bij het aangaan van een relatie is dan dat mannen en vrouwen meer moeten gaan ‘onderhandelen’ over de voorwaarden van zo’n relatie. Waarmee ook de vanzelfsprekendheid van de twee-eenheid liefde en seks geen direct gegeven meer vormde. Daarnaast moeten we onderkennen dat naast de 2 biologische basisvormen (man/vrouw), relaties niet meer uitsluitend heterogeen zijn en door activisme gevoed kent onze samenleving inmiddels een veelvoud van relatievormen naast het klas-sieke heterogene gezinsmodel. Hetgeen weer inhoudt dat op den duur voor de onlosmakelijke verbondenheid van monogamie met hetero-normativiteit minder plaats zal zijn.

De moderne tijd waarin je leeft heeft een geheel nieuwe en ongekende omgeving voortgebracht waarin je wordt geconfronteerd met een reeks individuele uitdagingen die nooit eerder zijn voorgekomen. De socioloog en filosoof Zygmunt Bauman noemde het de Liquid Modernity. Maatschappelijke vormen en instituties hebben niet langer genoeg tijd om te stollen en kunnen niet meer als referentiekader dienen voor menselijk handelen en levensplanning voor de lange termijn: individuen moeten dus andere manieren vinden om hun leven te organiseren. In 2003 publiceerde hij ook nog zijn niet zo gemakkelijke boek: Liquid Love. Je kunt zeggen dat hij de toestand van intermenselijke relaties en de toestand van liefde in de modern vloeibare samenleving grondig analyseerde. Menselijke relaties zijn zeer broos en vergankelijk geworden, Individuen zullen een oneindige reeks korte termijn-projecten aan elkaar moeten koppelen, hetgeen impliceert dat individuen flexibeler en meer aanpasbaar moeten zijn. Voortdurend klaar en bereid om op korte termijn van tactiek te veranderen, verplichtingen en loyaliteiten zonder spijt op te geven en kansen na te jagen op basis van hun huidige beschikbaarheid, is Bauman ’s visie. Het belangrijkste bij moderne relatievormen is open communicatie, wederzijds begrip en respect voor de keuzes en behoeften van alle betrokkenen. Wat voor één persoon werkt, past mogelijk niet bij een ander, dus het is van groot belang om de dynamiek van elke relatie individueel te begrijpen en te respecteren. In Liquid Love onderzocht Bauman onder andere het fenomeen speeddating, iets wat in een vloeibare samenleving gewoon mogelijk is. In de huidige moderne samenlevingen gaan we weliswaar snel persoonlijke relaties aan maar evengoed kunnen die ook weer snel verbroken worden. Een plotselinge overvloed en de schijn-bare beschikbaarheid van 'liefdeservaringen voedt wel de overtuiging dat liefde een vaardigheid is om te leren; een incorrecte gedachtegang. Met zijn visie en stellingname legt Bauman in zekere zin dus wel een bom onder het gestolde kader van levenslange heterogene monogamie. Hoe dan ook, oude relatievormen zijn onder druk komen te staan en tenderen naar radicaal vernieuwde relatievormen.

Maar eerst een fundamentele vraag: moeten moderne relaties persé monogaam zijn? Want, Is de mens eigenlijk wel monogaam? Dieren zijn dat ook niet op enkele uitzonderingen na (de gibbon, de grijze wolf, de zwaan) en als ze wel levenslang bij elkaar blijven is dat vrijwel nooit zonder een geldige reden, bijvoorbeeld dat het mannetje dringend gewenst is vanwege de nodige bescherming en opvoeding. Monogamie in de dierenwereld kwam alleen voor bij diersoorten die niet te veel op elkaars lip leven, of vanwege de versnipperde beschikbaarheid van voedsel: fruit- en vleeseters werden eerder monogaam dan minder kieskeurige grazers. De evolutionair psycholoog Mark van Vugt vindt dat je niet kunt zeggen dat mensen monogaam zijn, relaties lopen stuk en zeker 40% van de huwelijken eindigt in een scheiding. Nederland telt ca. 1.600.000 kinderen die buitenechtelijk zijn verwekt en de kans dat je tijdens een vaste relatie te maken krijgt met overspel ligt ergens tussen de 40 en 76 procent. Bij de grote datingsites in Nederland heeft bijna 35% van de ingeschreven leden al een relatie; daarbij lijkt er amper verschil tussen mannen en vrouwen. Vergeleken met apensoorten zitten we wel aan de monogame kant, maar zijn we eerder monogamig, zoals dat heet, en niet persé monogaam. Er zijn overigens heel wat culturen waar polygamie de norm is. De mens is ook uitstekend in staat om meerdere liefdes naast elkaar te beleven; wel of niet is een keuze gelijk aan de manier waarop we vriendschappen aangaan, één vaste vriend of meerderen voor gescheiden situaties.

Polyamoreuze relaties zijn al lang niet meer stiekem en hoewel het momenteel nog niet de vaste norm is zijn er intussen polyamoreuze huis-houdens ontstaan waarbij zes personen zijn betrokken die minstens vier liefdeskoppels vormen; waarbij ook soms nog een enkele externe relatie bij betrokken is. Een Nederlandse kwaliteitskrant stelde enige jaren geleden al de vraag of polyamorie dé liefde van de toekomst zou worden. Het is op zijn minst een levenswijze waarin men openstaat voor het gelijktijdig hebben van meer dan één liefdesrelatie, waarbij ook ruimte is voor seksualiteit op voorwaarde dat dit gebeurt in openheid en eerlijkheid en met medeweten en instemming van alle betrokkenen. Polyandrie is daarin specifiek een relatie van één vrouw met meerdere mannen (de meest voorkomende) en polygynie heet het als één man een relatie heeft met meerdere vrouwen. Ook kennen we nog het begrip ambiamorie, dan hebben we het over mensen die zowel in poly-amoreuze als monogame relaties kunnen leven. Voor hen is het belangrijk dat de betreffende relatiestructuur past bij de mensen met wie ze een relatie hebben en dat hun eigen levenssituatie past bij het betreffende relatiemodel. Binnen een polygame relatie zijn de twee voornaamste vormen de hiërarchische polyamorie, waarin er een bepaalde hiërarchie wordt aangebracht in de relatie met de partners: een primaire, secun-daire of zelfs tertiaire relatie. Daarnaast is er ook een niet-hiërarchische polyamorie. Toch kan het zo zijn dat er dan toch voor een domestic partner wordt gekozen met wie men samenleeft. Verder kunnen polyamoureuze relaties zowel open als gesloten zijn. Bij gesloten polyamo-reuze relaties geldt soms de afspraak geen seks, of andere relaties meer aan te gaan met mensen van buiten de huidige relaties (polyfidelity).

Ondanks dat een instituut als partnerschap, waarin liefde, verbondenheid en samenwerking de boventoon zou moeten voeren, kan binnen die relatie een gevoel van eenzaamheid ontstaan. Dat kan om verschillende redenen ontstaan, variërend van veranderende levensomstandigheden tot diepere emotionele factoren. Als één der partners emotioneel op een bepaald moment niet beschikbaar is, kan dit de emotionele verbinding drastisch belemmeren en op den duur verstoren.

In de samenleving van vóór de jaren 60 waren vrouwen niet financieel onafhankelijk, werd er niet of nauwelijks over seksualiteit gesproken, was er geen sluitende anticonceptie en het kostwinnermodel was de oorzaak dat de vrouw in het gezin de ouders en schoonouders verzorgde. Emoties tonen of beleefde seksualiteit ervaren bestond nog niet echt en de dubbele moraal (de vrouw moest ‘kuis’ zijn) deed vrouwen de das om. De Wet op de bejaardenoorden, de Algemene Bijstandwet en het opheffen van het echtscheidingsverbod zorgden voor een tsunami van echtscheidingen. In de slipstream daarvan seculariseerde de samenleving in toenemende mate. De gevoelde ‘seksuele revolutie’, eigenlijk meer een evolutie die aan de keukentafel begon, bracht een omdenken met zich mee doordat daarna ook vrouwen van hun seksualiteit mochten en konden genieten. en niet alleen dat. De feminimiteit van de huidige samenleving brengt ook met zich mee dat zowel vrouwen als mannen hun gevoelsleven kunnen uiten. Het was de opmaat naar Baumans vloeibare samenleving.

In onze huidige open wereld van relatievormen is het niet onmogelijk om naast monogamie, polygamie en LAT relaties ook te kiezen voor een ‘open relatie’. Dat kan van meet af aan ontstaan of voortkomen uit een LAT relatie, waarbij eventueel kan worde gekozen voor een domestic partner. Mannen en vrouwen hebben beslist geen unaniem gevoelsleven, zowel seksueel als emotioneel niet. En in de wetenschap dat geen enkele partnermatch kan voldoen aan een 100 procent dekking, is het niet vreemd dat mannen en vrouwen soms kiezen voor een andere beschikbare tijdelijke partner om het momentum te beleven van opperste beleving, emotionele bevrediging en relaxte ontspanning. Zo’n open relatie, mits goed met elkaar afgestemd, is min of meer een tussenvorm tussen een open partnerschap en een polyamoreuze partnerschap. In een samenleving waarvan 20% single is, wenst men steeds meer geen vaste relatie aan te gaan. Eerder een opeenvolging van toevallig ontstane relatievormen, zoals Bauman stelde, waarin Individuen een reeks korte termijn-relaties aan elkaar koppelen, verplichtingen en loyaliteiten zonder spijt opgeven en kansen najagen op basis van hun huidige beschikbaarheid. Het belangrijkste bij moderne relatievormen is echter een open communicatie, wederzijds begrip en respect voor de keuzes en behoeften van de ander(en).

Monogamie is een veilige keuze waarop niemand wordt aangevallen, maar geen plicht. Polyamorie is lastiger, je moet hiervoor ‘uit de kast komen’, want reacties uit de omgeving zouden nogal eens heftig kunnen zijn. Bovendien is onze wereld ingericht op monogame relaties en kun je niet met zijn drieën of meer trouwen. En als er kinderen komen of zijn, hoe kan dan vastgelegd worden dat drie mensen over een eventueel kind mogen beslissen. Het Kennisnetwerk voor Polyamorie en Ethische Nonmonogamie berekende dat tegenover het percentage gehuwden van iets meer dan 36 % de ‘afwijkende’ relaties (monogameus, open en polygaam) een percentage van 19.5 liet zien, waarvan bijna 1 procent werkelijk polyamoreus. Met een te verklaren onderverdeling van 1 op 2 tussen mensen beneden de 40 jaar en daarboven tot 55 jaar en een onderverdeling van onder de 40 jaar met de 55+ leeftijd 1 op 3. Als eenmaal een wetsvoorstel voor meervoudig ouderschap zou worden ingediend, zou ons relatiesysteem mogelijk wel eens snel kunnen kantelen.

Wie benieuwd is hoe de Twentse zanger/cabaretier Herman Finkers over monogaam en polygaam denkt kan (met geluid aan) op onderstaande link klikken: https://youtu.be/C4k0qQDbrsE